Echt luisteren is moeilijk

Sinds de dag dat ik ontdekte dat ik zwanger was is mijn grootste onzekerheid dat ik de natuurlijke vaardigheid mis om mijn kinderen zelfvertrouwen te geven en zichzelf te laten zijn. Natuurlijk weet ik heel goed wat ik niet wil, maar hoe voed je dan wél op een manier op waarbij je kind er helemaal mag zijn zonder alles maar toe te laten? In mijn zoektocht leerde ik o.a. over actief luisteren en hoe je een ik-boodschap brengt waarbij je het probleem bij jezelf houdt

Toch overkomt het me dat ik in een lastige situatie merk dat het me toch niet lukt om écht te luisteren naar wat er bij mijn kind aan de hand is. Of dat er in mijn ik-boodschap stiekem toch iets doorklinkt van een oordeel of beschuldiging. Mijn intentie is nog steeds om mijn kind er helemaal te willen laten zijn en op een zachte manier mijn grenzen aan te geven. Totdat ik boos wordt en mijzelf toestemming geef om mijn ouderschapsprincipes voor dat moment even overboord te gooien: “Kinderen moeten toch ook weleens leren dat niet alles zomaar kan?”

Voor die momenten kan alleen een derde vaardigheid mij helpen. Wanneer ik mijn intentie voel verschuiven en ik de ruimte niet meer heb om de behoeften van mijn kind te zien en het me ook niet meer lukt om zonder verwijten te vertellen wat ik wil is het laatste redmiddel: compassie met mijzelf. Stoppen. Ademen. En naar binnen gaan. Wat gebeurt er bij mij? Wat is mijn innerlijke dialoog? En wat zijn daarbij de onderliggende gevoelens en behoeften?


Altijd eerst je eigen zuurstofmasker opzetten, en dan pas je kind proberen te helpen

Het kan ongemakkelijk voelen om de tijd te nemen om eerst met jezelf bezig te zijn. Vooral als je kinderen nog klein zijn kun je de neiging hebben om hun behoeften voor te laten gaan. Maar in een lastige situatie loop je hiermee gemakkelijk jezelf voorbij. Je kunt het vergelijken met het advies dat je krijgt in een vliegtuig. In een noodsituatie, altijd eerst je eigen zuurstofmasker opzetten, en daarna pas je kind proberen te helpen.

In de praktijk: Supermarkt

Je loopt met je zoontje in de supermarkt. En ja, bij het schap met broodbeleg gebeurt het. Hij wil pindakaas. Je legt hem uit dat jullie nog hebben thuis. Maar hij wil hoe dan ook pindakaas mee naar huis nemen. Je vertelt hem dat het echt niet nodig is, want vorige keer hebben jullie al een extra pot meegenomen. Hij wordt boos en begint te gillen. “Pinnekaas, Pinnekaas, Pinnekaas!!!!!!” Je ziet om je heen de meewarige blikken van anderen. Schudt die bejaarde rollatorloper nu afkeurend met zijn hoofd? De vakkenvuller onderbreekt zijn gesprek met een klant om jouw kant op te kijken. Je moet blijkbaar iets doen, ingrijpen. Je zoon wegsleuren bij het schap, hem omkopen of afleiden met de belofte dat hij een snoepje mag uitkiezen (hopelijk lukt het), hem dreigen dat hij vanmiddag geen

filmpje mag kijken als hij niet ophoudt… wat doe je?

Mijn gedachten

“Oh nee, moet dit nu? Het was zo gezellig, waarom nu ineens zo’n drama.”, “Jeetje waarom is dit nu zo belangrijk voor hem, ik leg het toch uit, waarom komt het maar niet aan wat ik zeg?”, “Dit kan zo niet. Wat moet iedereen wel niet van me denken. Ik moet NU iets doen!”

Gevoelens

Er is ergernis en frustratie. Verwarring ook. En onzekerheid. Het voelt zo ongemakkelijk dat ik haast krijg om hieruit te komen. Waardoor ik ook nog nerveus wordt. Wat eruit springt is een gevoel van angst. Angst om beoordeeld te worden door anderen. En angst dat als ik hem niet uit deze bui krijgt dat hij me dan vaker zal “manipuleren” om zijn zin te krijgen. Zodra ik contact heb met mijn onderliggende angst merk ik dat mijn gevoel verandert. Ik geloof niet meer automatisch in de gedachte dat hij mij aan het bespelen is en verwend raakt als ik nu niks doe. Waardoor ik meteen meer ruimte heb om zijn perspectief te nemen. En mij minder druk maak over wat anderen wel niet van ons zullen denken.

Behoeften

Met de compassie die ik nu voel voor mijn zoontje heb ik vooral behoefte aan verbinding met hem. Ik wil hem helpen uit zijn boze bui te komen. En begin te verwoorden wat er met hem gebeurd (actief luisteren). “Je bent echt heel boos he? Je wil zo graag pindakaas meenemen. Is het omdat je ook iets zelf wil kiezen om te kopen? (behoefte aan autonomie), of “Ben je bang dat we niet genoeg pindakaas zullen hebben?” (behoefte aan zekerheid of geruststelling). Hij kan misschien nog niet duidelijk antwoorden waarom hij die pindakaas nu eigenlijk wil, maar nu ik echt met aandacht naar hem luister verandert er bij hem ook wat. Hij is niet meer zo boos en hoort me weer. Zijn behoefte was vooral om door mij serieus genomen te worden.

Uitkomst/oplossing

Afhankelijk van de omstandigheden en wat ik denk dat de reden is dat hij de pindakaas wil kan ik nu besluiten die maar gewoon te kopen. Het blijft toch lang houdbaar. Of niet, met uitleg dat ik begrijp dat hij daar heel teleurgesteld om is maar dat het nu echt niet kan. Of misschien schrijven we het wel op zijn eigen boodschappenlijstje voor de volgende keer en is dat ook prima. Of speel ik zelf voor kassajuffrouw en laat hem zijn pindakaas bij mij afrekenen voordat we het weer in het schap terugzetten. Maar misschien is het meest liefdevolle wat ik in deze situatie kan doen nog wel om al die boodschappen te laten voor wat ze zijn en meteen te vertrekken naar een omgeving met minder prikkels en verleidingen waar hij haastig doorheen gepusht wordt. Ik vraag wel even aan mijn partner om onderweg naar huis die paar boodschappen te doen of ik laat voor een keertje Albert komen. Het is al zo’n drukke week geweest.

In de verbinding die ik weer met mijn zoon heb en de mentale ruimte, nu ik niet meer zo bezig ben met allerlei innerlijke onrust, ontstaan dus ineens allemaal nieuwe oplossingen waarmee wij allebei tevreden kunnen zijn. Hoe ouder mijn zoontje is, hoe meer hij ook zelf mee kan denken om samen tot nog meer creatieve mogelijkheden te komen.